zondag 1 juni 2014

De coup in Thailand

De militaire coup in Thailand is het directe gevolg van de onlusten en ernstige verdeeldheid in het land. De politieke partijen "kwamen er niet uit", zo wordt meestal gezegd. Dat is niet onjuist, maar volgens dit blog komen die verdeeldheid en die onlusten direct voort uit het democratisch systeem dat in een westers georiënteerd ontwikkelingsland vaak min of meer verplicht wordt ingevoerd. Want wat is het alternatief? Een dictatuur? Communisme?
Maar wij stellen de vraag, Heeft democratie dan geen nadelen? Is het het ideale regeringsstelsel?
Hét grote nadeel van een democratisch systeem is dat het volk op een gegeven moment merkt dat de politici bereid zijn hun  van andere burgers afgenomen geld en goederen toe te stoppen, in ruil voor hun stemmen. Perón in Argentinië, Roosevelt in de VS, de socialisten bij ons, en in Thailand was dat die meneer Thaksin. Allemaal komen ze vroeg of laat op het lumineuze idee om de steun van  de kiezers te kopen met geld dat ze - legaal, want het is de regering die de diefstal pleegt - van de het productieve deel van de bevolking hebben afgenomen. Daarmee begint het afglijden van het democratisch regime naar een  stelsel gebaseerd op pure roof. Want heeft het volk eenmaal begrepen dat ze "can vote themselves money" dan is er geen weg terug meer. De mensen blijven stemmen voor de partij die hun het geld van anderen belooft, want vrijwel ogenblikkelijk zijn ze verslaafd aan de heroïne van de "inkomensoverdracht". De tegenstellingen tussen de politieke bewegingen en politieke partijen zijn, nadat enige tijd verstreken is, verworden tot een poppenkast - een misleidend politiek spel, dat moet verhinderen dat het uitgemelkte deel van de bevolking merkt dat alle politici aan hetzelfde spelletje meedoen. Want dan hebben degenen die aanvankelijk weerstand boden ontdekt dat meedoen met het roofspel de enige manier om de macht te veroveren en te behouden. De  subsidies die partijen gebruiken om kiezers permanent aan hun partij te binden groeien uit tot een stelsel van permanente inkomensoverdracht: de welvaartsstaat.
Maar dit is geen stabiele toestand. De geroofde middelen worden niet langer geïnvesteerd maar door de politici uitgedeeld en dus consumptief besteed en het land verarmt. De levensstandaard, die in de tijd vóórdat cruciale besparingen werden afgetapt een stijgende lijn vertoonde gaat nu dalen. Dit zou de uitgemelkte arbeiders en ondernemers wakker moeten schudden, maar geen nood. De rovende elites in het westen hebben hiervoor een probaat middel ontdekt: Door manipulatie van de geldhoeveelheid, zeg maar het opzettelijk creëren van inflatie, kun je die verarming lange, lange tijd aan het zicht onttrekken en kun je, in geval van nood zelfs direct waarde van de mensen hun spaarrekeningen naar de staat sluizen. Zo gaat het spel door tot de middenklasse, ontstaan in de tijd van vrijheid en intacte eigendomsverhoudingen, aan de bedelstaf is geraakt, en er alleen nog een uiterst klein aantal superrijken - de politici en hun vrinden en bondgenoten - en een enorme massa verarmden en berooiden over is.
In Thailand was het al niet meer mogelijk een meerderheid van de mensen ervan te overtuigen dat stemmen voor Thaksin's partij erop neerkwam dat het land in dezelfde rampspoed terecht zou komen die Japan en het westen getroffen heeft -  het westen waar de neergang steeds duidelijker en steeds heftiger wordt en waar ze over niet al te lange tijd zal resulteren in autoritaire of zelfs totalitaire onderdrukking. Maar in Thailand bleken de reflexen van de elite nog redelijk intact. Ze zagen wellicht met het voorbeeld van de rotting van het westen voor ogen de ramp aankomen, vandaar de verbanning van Thaksin en nu het opzij schuiven van zijn zuster.

Geen opmerkingen: