Charles Murray werd op AEI geïnterviewd omdat zijn samen met Richard Herrnstein geschreven inslaande boek "The Bell Curve" nu twintig jaar geleden verscheen. In het interview geeft hij aan dat de in het boek gedane voorspelling van een groeiende maatschappelijke tweedeling volledig is uitgekomen. De elite van mensen met een hoog IQ zou steeds meer samen gaan vallen met de groep met het meeste geld. Deze groep wordt er ook steeds beter in om rijk te blijven, d.w.z. hun voordelige positie te consolideren en niet meer uit handen te geven. Onderaan de sociale ladder zitten de mensen met een baan waarvoor geen hoge intelligentie vereist is, maar het is de tussenliggende groep van white-collar werknemers die het hardst getroffen is door de komst van computers en waarin steeds minder goed betalende banen te vinden zijn. Het resultaat is een maatschappij die verdeeld is tussen de succesvolle elite en de rest met een diepe kloof tussen beide.
Deze trends zijn inderdaad in de VS en Europa te constateren, maar qua aangevoerde oorzaken en oplossingen ziet deze blog Murray plotseling uit de bocht vliegen. Want wat stelt hij voor hieraan te doen?
Omdat hij denkt dat de oorzaak te vinden is in de technologische ontwikkelingen van de laatste decennia en omdat verschillen in intelligentie relatief onveranderlijk zijn meent hij dat er niet te ontkomen is aan een door de overheid gegarandeerd inkomen voor iedereen. Met een gefixeerde garantie kun je de nu nog tussen overheid en ontvangers geplaatste welvaartsbureaucratie wegdoen, meent hij. Mij lijkt dit een onjuiste redenering.
Om te beginnen garandeert de overheid nu al iedereen een inkomen. Of je nu werkt of niet, de Staat "zorgt" voor je. Maar dat is nu juist het probleem. De staat heeft zelf geen geld, maar haalt dat via de belastingheffing op bij de werkenden en de bedrijven. Het resultaat is dat die vrijgevige staat enorm hoge lasten aan de maatschappij oplegt. Een vrijgevige overheid is noodzakelijkerwijs hetzelfde als een roofzuchtige overheid. Maar meer nog dan die drukkende lasten is het grote nadeel van dit systeem dat alle economische initiatief en arbeidzaamheid - eigenschappen die in het recente verleden de voorwaarden waren voor een groeiende economie en een stijgende levenstandaard - bestraft en afgeroomd worden. Als initiatief en hard werken niet langer veel opleveren gaan mensen dus kiezen voor uitkeringen trekken en initiatiefloos rentenieren. Met als gevolg kapitaalconsumptie en een dalende levensstandaard. Dit is de ware oorzaak van de groeiende tweedeling die Murray ziet ontstaan.
Ook is het een illusie te denken dat een overheidsbureaucratie kan worden afgeschaft als je de uitkeringen fixeert en garandeert. Op een bepaalde manier is die massieve overheid het doel van de oefening. Ze garandeert immers de macht en de invloed van de politieke partijen, die met behulp van patronage over ons heersen precies als de koningen-bij-de-gratie-Gods van het ancien regime van weleer. Zo alleen kunnen ze de gevestigde belangen dienen van gearriveerde bedrijven en, ja, van die rijke elite die de elite wil blijven.
Een echte oplossing voor die tweedeling is het herstel van de winstgevendheid van economische bedrijvigheid en zelfstandigheid, en is niet te vinden in vergroting van de afhankelijkheid van de staat, maar juist in een zo klein en goedkoop mogelijke staat.
In China heeft vergroting van de economische vrijheid gemaakt dat een land met een reusachtige arme boerenbevolking in korte tijd een moderne staat met een relatief rijke middenklasse werd. In het Westen is die middenklasse langzamerhand verdwenen als gevolg van het steeds verder inperken en beknotten van die vrijheid.
De tekortkoming van Charles Murray is dat hij geen oog heeft voor dit aspect van de vergaande sociale gevolgen van een vrij of onvrij economisch systeem.
zondag 26 juli 2015
donderdag 19 februari 2015
Democratie
De democratische regeringsvorm heeft twee pilaren zonder welke ze niet kan bestaan, of, als ze worden ondergraven is er geen sprake meer van democratie, schreef Ludwig von Mises in Bureaucracy (1944)*. De rechtsstaat en het budget.
De eerste is rule of law, oftewel de rechtsstaat. De vertegenwoordigers van de staat mogen zich niet met de privézaken of omstandigheden van de burgers bemoeien zonder dat de wet ze daartoe expliciet het recht geeft. Nulla poena sine lege. Geen bestraffing tenzij bevolen door een geldige wet. Alleen als dit gehandhaafd wordt, blijft het volk – de kiezers – soeverein en is de staat hun instrument. Wordt dit niet in acht genomen ontstaat judiciaire en politieke willekeur. Dan is de wil van de rechter of politicus wet, niet de wetten die door een formeel legislatief lichaam in dienst van het sociale systeem van samenwerkende individuen zijn aangenomen. Hoewel ook een democratisch geregeerde staat niet zonder bureaucratische regels kan, is een zogenaamde welvaartsstaat in feite precies zo'n despotie, omdat de regels niet in dienst staan van de burgers gezamenlijk, maar van de politieke elite. In onze staat is het een conglomeraat van politieke partijen dat denkt dat het – en niet de burgers – de belichaming van de soevereiniteit is en de wetten willekeurig naar eigen goeddunken en naar eigen voordeel opstelt.
Met een begroting of budget dwingt het parlement de politici niet meer uit te geven dan er binnenkomt. Geen cent mag zonder toestemming worden uitgegeven. Democratische controle is budgettaire controle.
Tot zover de theorie van democratisch bestuur. De werkelijkheid van vandaag is heel anders. De oorzaak is dat partijen regeren, niet het volk of hun vertegenwoordigers. Partijen beheersen het parlement, de regering en de bureaucratie. In onze tijd is het veel belangrijker dat iemand bij een “fatsoenlijke” politieke partij hoort dan dat hij of zij ofwel aan de kant van de regeerders ofwel die van het volk en zijn vertegenwoordigers staat. Regering en parlement zijn nu één zichzelf dienend blok. Het “volk” dient hierbij nergens meer toe. Dit verklaart ook waarom de debatten in de Tweede Kamer zo'n zinloze indruk maken: een poppenkast. De ware besluiten worden door partijen genomen. Ministers en parlementariërs staan in dienst van de heerschappij van de partijen.
Het onder invloed van het heersend economisch interventionisme steeds verder uitdijende werkingsgebied van de staat maakt dat steeds weer nieuwe groepen onderworpen worden aan deze partitocratie. Ambtenaren natuurlijk en journalisten, wetenschappers. Er mag niets gepubliceerd worden dat het recht van de staat om te interveniëren in de economie vermindert of om de onafhankelijk van het land weg te tekenen. Politiek en ambtenarij grijpen alle crises aan om ons verder in een dwangbuis van wetten en “regelgeving” in te snoeren.
Het logisch eindpunt van deze ontwikkeling is de totalitaire socialistische staat, waarin iedereen slaaf is van het systeem.
Ik zie dit niet anders worden tenzij iets als een revolutie dit quasi-democratisch systeem totaal wegvaagt. Wat er daarna komt kan niemand voorspellen.
---------------------------------------------------------------------
De eerste is rule of law, oftewel de rechtsstaat. De vertegenwoordigers van de staat mogen zich niet met de privézaken of omstandigheden van de burgers bemoeien zonder dat de wet ze daartoe expliciet het recht geeft. Nulla poena sine lege. Geen bestraffing tenzij bevolen door een geldige wet. Alleen als dit gehandhaafd wordt, blijft het volk – de kiezers – soeverein en is de staat hun instrument. Wordt dit niet in acht genomen ontstaat judiciaire en politieke willekeur. Dan is de wil van de rechter of politicus wet, niet de wetten die door een formeel legislatief lichaam in dienst van het sociale systeem van samenwerkende individuen zijn aangenomen. Hoewel ook een democratisch geregeerde staat niet zonder bureaucratische regels kan, is een zogenaamde welvaartsstaat in feite precies zo'n despotie, omdat de regels niet in dienst staan van de burgers gezamenlijk, maar van de politieke elite. In onze staat is het een conglomeraat van politieke partijen dat denkt dat het – en niet de burgers – de belichaming van de soevereiniteit is en de wetten willekeurig naar eigen goeddunken en naar eigen voordeel opstelt.
Met een begroting of budget dwingt het parlement de politici niet meer uit te geven dan er binnenkomt. Geen cent mag zonder toestemming worden uitgegeven. Democratische controle is budgettaire controle.
Tot zover de theorie van democratisch bestuur. De werkelijkheid van vandaag is heel anders. De oorzaak is dat partijen regeren, niet het volk of hun vertegenwoordigers. Partijen beheersen het parlement, de regering en de bureaucratie. In onze tijd is het veel belangrijker dat iemand bij een “fatsoenlijke” politieke partij hoort dan dat hij of zij ofwel aan de kant van de regeerders ofwel die van het volk en zijn vertegenwoordigers staat. Regering en parlement zijn nu één zichzelf dienend blok. Het “volk” dient hierbij nergens meer toe. Dit verklaart ook waarom de debatten in de Tweede Kamer zo'n zinloze indruk maken: een poppenkast. De ware besluiten worden door partijen genomen. Ministers en parlementariërs staan in dienst van de heerschappij van de partijen.
Het onder invloed van het heersend economisch interventionisme steeds verder uitdijende werkingsgebied van de staat maakt dat steeds weer nieuwe groepen onderworpen worden aan deze partitocratie. Ambtenaren natuurlijk en journalisten, wetenschappers. Er mag niets gepubliceerd worden dat het recht van de staat om te interveniëren in de economie vermindert of om de onafhankelijk van het land weg te tekenen. Politiek en ambtenarij grijpen alle crises aan om ons verder in een dwangbuis van wetten en “regelgeving” in te snoeren.
Het logisch eindpunt van deze ontwikkeling is de totalitaire socialistische staat, waarin iedereen slaaf is van het systeem.
Ik zie dit niet anders worden tenzij iets als een revolutie dit quasi-democratisch systeem totaal wegvaagt. Wat er daarna komt kan niemand voorspellen.
---------------------------------------------------------------------
*)
Ludwig von Mises, Bureaucracy,
Yale University Press, 1944, 1962,1983. Libertarian Press Inc., 1983
edition. p.46.
N.B. Dit boek is zoals alle publicaties van Mises en die van een
groot aantal andere liberale schrijvers gratis te downloaden van
sites als www.mises.org.
zaterdag 24 januari 2015
De bronnen van de waarheid zijn vergiftigd (2)
Het
stukje van afgelopen zondag 18 januari verdient nog een aanvulling,
want de observatie dat socialistische bewegingen en partijen
consequent door media en historici uit de wind worden gehouden opdat
niemand het verband kan leggen tussen de economische en politieke
ingrepen
van de
verschillende socialistische of sociaal-democratische partijen en de
desastreuze gevolgen die die maatregelen hebben voor ons in de
maatschappij
blijft niet beperkt tot de twintigste eeuw. Al in de negentiende
eeuw, vooral in het Duitse Keizerrijk waren journalisten (Karl Marx
en Friedrich Engels) en historici (Eckart Kehr), maar ook economen
(Gustav Schmoller, Adolf Wagner) actief met de propaganda voor een
marxistische zienswijze op economische verhoudingen, vooral
natuurlijk met betrekking tot arbeidsrelaties maar zelfs van de
geschiedschrijving. Zij dienden vooral belangen van de SPD, later ook
van de KPD, de communistische partij van Duitsland. De geschiedenis
en de keuzes van deze partijen hebben hun invloed op socialistische
en andere bewegingen elders in Europa, inclusief Nederland niet
gemist. Hierdoor zijn foute
ideeën in
het geschiedbeeld en in de economische theorie terecht gekomen die
onweersproken in de hoofden terecht zijn gekomen en daar nu nog
rondspoken.
Maar
het is belangrijk te begrijpen dat economen, historici en
journalisten vooral het economisch interventionisme door de staat
verdedigden: het recht van de staat om in te grijpen in de
contractuele relaties tussen individuen onderling en tussen
individuen en bedrijven én dat deze wens niet alleen bij politiek
links, maar in Duitsland juist ook onder de conservatieven leefde.
Schmoller en Wagner bijvoorbeeld, waren geen marxisten, maar
monarchisten die een zo machtig mogelijk keizerschap wensten.
Duitsland moest de machtigste staat in de wereld worden en de
economie (en dus de economische theorie) moest dienstbaar zijn aan
keizer en staat. Niet hoe een economie werkelijk werkte was het
belangrijkste, maar met welke stellingen de economie het meest
dienstbaar kon worden gemaakt aan de machtsstaat. Daarbij kwamen ze
ongewild uit bij dezelfde oplossing als revolutionair links. Het is
niet overdreven te stellen dat de ramp van de Eerste Wereldoorlog het
uiteindelijke gevolg was van de keuze van deze Duitse academici voor
de macht van het collectief in plaats van voor de vrijheid van het
individu.
Een
correctere theorie over hoe een economie werkt werd in dezelfde
periode bedacht door Carl Menger in Wenen. Dit werd de Oostenrijkse
economische theorie beter bekend als laissez-faire.
Deze werd vooral door zijn leerling en opvolger Böhm-Bawerk en
later, in de twintigste eeuw, door Böhm’s
leerling Ludwig von
Mises uiteindelijk zonder succes verdedigd tegen de aanvallen van
links en van rechts, marxisten en conservatieven, later ook tegen de
nationaal-socialisten. Zonder succes moeten we helaas zeggen, want
waar de eerste helft van de twintigste eeuw werd overheerst door
marxisme-leninisme en nationaal-socialisme
werd in de naoorlogse periode de economische theorie beheerst door de
verzinsels van J.M. Keynes en het rampzalige voorbeeld van de New
Deal. De conclusies van de
Oostenrijkse School –
dat als men een hogere (en
stijgende)
levensstandaard voor iedereen
wenst de overheid zich zo weinig mogelijk met de hoogte
van lonen en prijzen en
rente, of
de waarde van het geld moest bemoeien –
werden
vergeten.
De
Kehr-these:
Als
we het willen hebben over de valse ideeën
die als gevolg van het afwijzen van de vrijheiddsgezinde filosofie en
het omarmen van collectivistische dwaalleren in ons bewustzijn zijn
geplant en daar alleen met de grootste moeite weer uit te verwijderen
zijn, denk ik (naast
de valse geschiedenis van de Great Depression waarin Roosevelt ten
onrechte de heldenrol
krijgt)
aan de sociale
geschiedenis die door historicus Eckart Kehr in
de jaren '20 in de wereld
werd gebracht en
vervolgens door geschiedenisprofessor
H.-U. Wehler is
gepopulariseerd. Zijn
verhaal was dat de burgerlijke middenklasse tijdens de liberale
revolutie van 1848 in Duitsland de arbeidersklasse verraden had en
zich met de aristocratische Pruisische Junkers
verbonden had omdat
ze bang waren dat de arbeiders verder zouden gaan en een
proletarische revolutie volgens marxistisch model zouden ontketenen.
Uit
angst voor de arbeidersklasse zochten ze steun bij het gezag. Dat
later tijdens het Keizerrijk de roep om een oorlogsvloot te bouwen en
dus het afglijden naar algemene Europese oorlog vooral uit de
burgerij voortkwam was indicatief voor dit verraad, want het bewees
dat de burgerij de oorlogszuchtige normen en waarden van de Junkers
hadden overgenomen.
Deze
voorstelling van zaken lijkt een goede verklaring te geven voor de
ondergang van het liberale politieke program in Duitsland,
en ook voor het ontstaan van de ideeën
van Duitse superioriteit die uit zouden lopen op de Eerste
Wereldoorlog, maar vooral schetst zij de arbeiders – en hun
politieke vertegenwoordigers, de SPD – in
de rol van schuldeloze
slachtoffers
van
de keuzes van
een rechtse burgerlijke middenklasse. “Het
verraad van de burgerij aan de arbeiders” is lange tijd een
populair verklaringsmodel voor het uitbreken de Eerste Wereldoorlog
geweest. Het beeld
is er een van de onafwendbaar komende proletarische revolutie die
niettemin door de laaghartigheid van de burgerij wordt verhinderd,
omdat die bereid is de prijs in de vorm van een wereldoorlog te
betalen.
Mises’
correctie daarop in Omnipotent Government:
Niet
zo lang geleden las ik dit in 1944 uitgekomen boek en realiseerde me
dat de schrijver in feite over hetzelfde schreef maar dat hij een
hele andere, en betere verklaring gaf voor het
verschijnsel van het
Duitse militarisme.
In
de periode tussen 1848 en 1914 werden de arbeiders die
volgens
Mises in
1848 nog een dreigend revolutionair potentieel vormden stukje
bij beetje opgenomen in het rigide Pruisisch-Duitse standenstelsel en
kregen daar hun eigen plaats. Terwijl de Pruisische legers bij de
onderdrukking van het liberale Professorenparlement in 1848 nog met
de grootste voorzichtigheid werden ingezet omdat koning
en
Junker-legerleiding
niet zeker waren
hoe de soldaten – het leger bestond immers voornamelijk uit mannen
uit de arbeidersklasse – zouden reageren op een bevel om een
parlement bijeen om Duitsland onder liberale vlag te verenigen uiteen
te jagen,
hadden
ze die twijfels in
1914 helemaal
niet meer: toen
deden
de
soldaten opgewekt wat ze bevolen was. De reden was dat de
sociaal-democratie zich een behaaglijke plek in het sociale bestel
van het Keizerrijk had verworven en in ruil zijn revolutionaire
tanden vrijwillig had laten trekken. Het
vooruitzicht van de “met de onontkoombaarheid van een natuurwet”
komende proletarische revolutie liet men over aan een zeer klein
aantal puristen
onder de marxistische
intellectuelen. De arbeiders waren tevreden in hun verenigingen en
met hun door de interventionistische
overheid in samenspraak met de vakbonden
gegarandeerde lonen. Revolutie
was wel het laatste wat ze wilden.
De
arbeiders en de SPD zijn dus niet verraden, maar de ze hebben
zichzelf verkocht aan de Duitse staat in ruil voor hoge lonen en een
eigen plaats in het kastestelsel.
Het
is niet overbodig deze geschiedenis voor ogen te nemen als het bij
ons weer eens gaat over de “geschiedenis van de arbeidersbeweging”
of over die van sociale wetgeving. Die geschiedenis is geschreven
door mensen die er belang bij hebben de ware verhoudingen toe te
dekken. Een
geschiedenis die zogenaamd bestaat uit “strijd om rechten en
verworvenheden”, blijkt bij nader inzicht te bestaan uit een
koehandel met de autoriteit.
zondag 18 januari 2015
De bronnen van de waarheid zijn vergiftigd
De
Franse schrijver Michel Houellebecq
publiceert
volgende week een schokkend boek Soumission.
Het
is een fantasie, of liever een nachtmerrie waarin in Frankrijk in
2022 met de verkiezing van een moslim-president de culturele omslag
naar de islam plaats vindt. Het boek heeft al veel kritiek gekregen
omdat het overdreven zou zijn. De BBC die een interview met
hem publiceert vraagt zich af: France’s
lit giant: Islamophic?
Misschien is het tijdstip overdreven, maar de suggestie dat
Frankrijk − en de rest van West-Europa − nog vóór 2050
overwegend islamitisch zal zijn is dat niet. Dat geruststellende
feitje staat vast.
Die
zijdelingse beschuldiging van islamofobie is interessant. De BBC
World service maakt reclame met de slagzin „Get news you can
trust“, maar de Britse omroep is natuurlijk een onderdeel van het
netwerk van politiek-correcte zelf-censurerende media, die de
westerse
mens tegenwoordig kalm en onderdanig moet houden, terwijl Europa
islamiseert. Het nieuws van de BBC is net zo betrouwbaar als dat van
de Duitse, Franse of Nederlandse staatsmedia. Niet.
Deze
houding van de media is niet van gisteren, al laat men de laatste
decennia in toenemende mate zelfs de pretentie van evenwichtige
journalistiek maar gewoon weg. Het woord „objectief“ dat in de
60er en 70er jaren nog wel gebruikt werd is in dit verband
lachwekkend geworden. Wie iets van de geschiedenis van de politieke
bewegingen van Europa weet, die ziet over een veel langere periode
een bias
in de houding van nieuwsmedia en in historische verslagen.
Socialistische
partijen en bewegingen worden in kranten en boeken en later in
elektronische media consequent in bescherming genomen tegen de
gevolgen die het linkse politieke optreden heeft voor de civiele
maatschappij.
Over
welke gevolgen heb ik het?
Natuurlijk
in de eerste plaats de demografische ramp die bezig is zich te
voltrekken over Europa, die een direct gevolg is van de exorbitant
hoge belastingniveaus in alle westerse landen, nodig om de
welvaartsregelingen en -uitkeringen te kunnen bekostigen − iets dat
trouwens nog maar zeer gedeeltelijk wil lukken. De welvaart
(uitkeringen) moest en moet door een steeds geringer aantal werkenden
ten behoeve van een groeiend leger niet-werkenden worden opgebracht.
De import van grote aantallen niet-westerse immigranten was toch een
reactie hierop: de welvaartsstaat moest koste wat het kost
gehandhaafd worden, en dus moesten er goedkope arbeidskrachten
geïmporteerd worden. Natuurlijk stelden de politici zich voor dat
die mensen binnen korte tijd zouden verwesteren, of het kon ze
misschien geen moer schelen hoe het land er over twintig of dertig
jaar voor zou staan, als die uitkeringen maar konden doorgaan.
Politici kijken over het algemeen niet verder dan de volgende
verkiezingen. Dat liep even anders.
Niet
dat er indertijd geen kritiek was op de route die de politiek nam,
maar die werd bruusk opzij geschoven. Liberalisme was dood, leve het
socialisme. Nadat de critici de mond was gesnoerd en op onverkiesbare
plaatsen waren gezet waren alle partijen het tenslotte roerend eens
over de te volgen koers.
Maar
al eerder was er de „structurele werkloosheid“ die gepaard ging
met stagflatie die men maar niet onder de knie kreeg. Dit speelde
vooral in de nasleep van de oliecrisis van 1973.
Je
moet dan weten dat werkloosheid alleen „structureel“ (hardnekkig,
niet weg te krijgen) kan worden in een situatie waar de overheid in
samenwerking met de vakbonden de lonen hoger probeert te houden dan
de markt toelaat. Arbeid heeft dan een hogere prijs dan waarin de
markt voor arbeid „geklaard“ wordt: Niet alle vérkopers van
arbeid (de arbeiders) kunnen dan een koper (werkgever) vinden voor
hun product. Er blijft arbeid onverkocht: werkloosheid. De overheid
hoeft die lonen alleen maar vrij te laten en de werkloosheid gaat
binnen enkele maanden naar een minimaal niveau, bepaald door die
mensen die echt net even tussen twee banen in zitten. Lonen werken
hier op dezelfde manier als prijzen. Als de doe-het-zelf winkel de
planken te duur maakt verkopen ze niet en blijven ze er mee zitten.
Maar
in de kranten en op tv werd en wordt werkloosheid consequent als een
natuurverschijnsel voorgesteld, als hoog water of storm. In
werkelijkheid wordt het veroorzaakt door de economische interventiepolitiek,
zoals die door Roosevelt en Mussolini is gepionierd en sindsdien
„normaal" is geworden.
In
dezelfde tijd ging de overheid minimumlonen hanteren. Minimumloon
veroorzaakt werkloosheid, niet hoger loon. Een minimum-loonmaatregel
werkt zo, dat als jouw arbeid op de arbeidsmarkt minder waard is dan
dat minimumloonniveau, de overheid het werkgevers verbiedt jou aan te
nemen. Wiens arbeid is minder waard dan die zeven-en-een-halve of
acht euro per uur?*) Starters op de arbeidsmarkt, dus vooral
schoolverlaters die aan hun eerste baan willen beginnen. De eerste
sport op de arbeidsladder is met andere woorden weggeslagen en
jongeren zijn dan aangewezen op ... een uitkering. Kortom: het
minimumloon is de enige en aanwijsbare oorzaak van dat moeilijk
oplosbare en maatschappelijk zo schadelijke probleem van de
jeugdwerkloosheid.
Het
zal u genoegen doen te horen dat de overheid hier echter een
oplossing voor heeft gevonden. Nee, niet intrekking van de
minimumloon-maatregel, maar optrekken van de leerplicht-leeftijd.
Ziet u, zo verschijnen veel minder jeugdige werklozen − misschien
zijn daaronder een aantal jongeren van Marokkaanse afkomst? − in de
statistieken, want ze zitten op het VMBO en vervelen zich daar te
pletter, omdat ze het niveau niet aankunnen.
We
kunnen blijkbaar niet van onze journalisten verwachten dat ze ons
hierop opmerkzaam maken. Eerder vinden ze het hun taak dit soort
verbanden onder het tapijt te laten verdwijnen.
En
dan is er nog het geld. We leven in een periode met fiat-geld, niet
echt geld. Echt geld is een economisch verhandelbaar artikel met
bepaalde eigenschappen die het geschikt maakt om als algemeen
ruilmiddel dienst te doen. Historisch is dat edelmetaal geweest. In
plaats van geld rouleren briefjes en tekenmunten die op last van de
staat (fiat) als geld gehanteerd moeten worden. Dit heeft voor
niemand voordelen behalve voor de staat die naar behoefte geld kan
uitgeven. En de politieke elite heeft daar altijd een onverzadigbare
behoefte aan, want het maakt ze onafhankelijk van wat ze met de
fiscus naar binnen kunnen harken. Het hele interventionistische
systeem is ondenkbaar zonder deze monetaire inrichting.
De
oliecrisis van 1973 was ook geen crisis van olietekorten o.i.d. maar
een dollar devaluatie-crisis. De Amerikanen hadden veel meer papieren
dollars uitgegeven dan ze aan goud-equivalent in de kluizen hadden,
hoewel dat een enorme voorraad was. Ze gaven in deze tijd erg veel
geld uit: Vietnam-oorlog en Apollo maan-programma, de Great Society
van Johnson (uitkeringen!) De dollar werd met met zeker vijftig
procent gedevalueerd. Maar het systeem overleefde. De dollar werd
helemaal losgemaakt van enige connectie met goud en het resultaat was
dat het geld uitgeven nu pas echt een aanvang nam! Recentelijk heeft
de Fed zijn balans verdubbeld in een poging de kwakkelende
wereldeconomie te stimuleren. Iets dat uiteindelijk de dood van het
systeem zal veroorzaken. Die hele situatie duidt erop dat het
fiat-dollar-systeem in een terminale fase is beland. De dollar, en al
die andere papieren op niets gebaseerde valuta’s zijn gedoemd de
weg van de Reichsmark te gaan.
Maar
ook in deze situatie zien we dat journalisten, maar nu ook bepaalde
economen de volslagen desastreuze interventiepolitiek verdedigen of
vergoelijken. Economische theorieën worden op hun kop gezet, zodat
inflatie creëren plotseling iets goeds is. Of: de bankiers zijn
graaiers en konden het wel eens gedaan hebben. Zo blijft de politieke
sfeer, waar de ware daders te vinden zijn buiten schot.
Steeds
sneller volgen de interventies elkaar op, en nog achtelozer worden de
onvermijdelijke verstoringen van ons leven op de koop toe genomen
door de mensen die zich als een echte heersende klasse boven ons
gesteld hebben.
*)
De overheid hanteert tegenwoordig een glijdende schaal.
woensdag 14 januari 2015
Meer van hetzelfde
De toestand waarin het Westen zich
bevindt met de strijdende islam is met de aanslagen in Parijs weer
naar de voorgrond gekomen. De oorlogsscenes in Frankrijk en de
debatten op internet en tv roepen een gevoel op van hoe hopeloos die
toestand is en hoe we bezig zijn de oorlog te verliezen – in de
eerste plaats in de kraamkamer. Maar onze “leiders” zijn
vastbesloten om die omstandigheid die bezig is Europa aan de vijand
uit te leveren – de welvaartsstaat (of economisch interventionisme
of socialisme), immers de belangrijkste oorzaak van onze instortende
fertiliteit – tot de laatste burger te verdedigen en denunciëren
de protesten tegen de toenemende islamisering. De burgers zijn in de
ban van fascisme en islamofobie, roepen ze, daarin gesteund door het
linkse deel der bevolking. Dat de zaken nog een keer ten goede neemt
is niet te voorzien. Europa is links. Amerika is links. En dus wordt
met man en macht gewerkt aan onze ondergang.
Dat het niet zo hoeft te lopen toont
het herstellende Rusland van Poetin. Daar is in de laatste tien jaar
de vruchtbaarheid van een potentieel desastreuze 1,1 opgelopen naar
1,7. Een verbazend herstel, dat hopelijk niet door de huidige
economische moeilijkheden zal worden onderbroken. Dit geeft aan dat
aan de donkere tunnel van zelfsabotage en de onvermijdelijk daarop
volgende onderwerping door de duivelse krachten van de strijdende
islam te ontkomen is. Maar onze “leiders” willen niet dat we
vrije mensen zijn die zelf de belangrijke beslissingen van ons leven
nemen en hun eigen levenspad plannen. Zij willen ons van de wieg tot
het graf blijven bevoogden en als kinderen of makke schapen onder hun
repressieve gezag houden. Dus moeten we onze in een liberale grondwet
neergelegde individuele vrijheden stukje bij beetje inleveren of
worden ze tot een dode letter worden gemaakt, een proces dat al in
een zeer vergevorderd stadium is. Het is socialisme of de dood, wat
hun betreft. Maar we krijgen beide, of liever: het een leidt
onvermijdelijk tot het andere.
Michael Ledeen zegt het weer eens in zijn blog.
Michael Ledeen zegt het weer eens in zijn blog.
vrijdag 9 januari 2015
Weg uit Europa
De aanslagen in Parijs en de ontzetting daarover vormen een goede aanleiding om nog eens te stellen dat Europa en 'het Westen' (de westerse beschaving) stervende is.
De uiteindelijke oorzaak van het geweld is niet zozeer wat de moslims willen of doen of geloven maar de reactie daarop van de autoriteiten. Er wordt wel gespeurd naar mogelijke terroristische aanslagen, maar er is geen oproepen tot verdedigen van waarden als vrijheid en individualisme van de zijde van de politici. Die staan met de rest van de socialistische elite handenwringend terzijde en doen alsof ze iets doen, maar er is geen ontsnappen aan de werkelijkheid: de huidige wanhopige situatie van Europa is veroorzaakt door hun egoïsme en kortzichtigheid.
Massa-immigratie van onintegreerbare moslims uit Noord-Afrika moest de door instortende vruchtbaarheid scherp slinkende hoeveelheid inheemse goedkope arbeid weer aanvullen en daarmee de leeg rakende schatkist van de staat weer vullen zodat de welvaartsstaat met zijn voor de morele gezondheid funeste principe van inkomensoverdracht van de werkenden naar de niet-werkenden (die laatsten zijn de door de elite 'zielig' verklaarde groepen die voor eeuwig cliënten van de partij-elite werden: het toonbeeld van de verwording en corruptie van het democratisch systeem onder interventionisme) het voortbestaan van de elite als elite ad infinito kon rekken. Behoud van de sociale status quo was het doel, het resultaat is culturele en demografische zelfmoord.
We oogsten nu wat onze socialistische elite de laatste vijftig jaar heeft gezaaid.
Jongeren die iets kunnen, die iets in hun mars hebben, die een bedrijf kunnen opzetten of slim zijn en een goed inkomen kunnen genereren moeten er over gaan nadenken of ze wel hier willen blijven. Europa is een sterfhuis en heeft binnen dertig jaar moslim-meerderheden in de meeste landen. Dan wordt het hier een puinhoop en is hier niets meer voor iemand die intelligent is en iets kan.
De uiteindelijke oorzaak van het geweld is niet zozeer wat de moslims willen of doen of geloven maar de reactie daarop van de autoriteiten. Er wordt wel gespeurd naar mogelijke terroristische aanslagen, maar er is geen oproepen tot verdedigen van waarden als vrijheid en individualisme van de zijde van de politici. Die staan met de rest van de socialistische elite handenwringend terzijde en doen alsof ze iets doen, maar er is geen ontsnappen aan de werkelijkheid: de huidige wanhopige situatie van Europa is veroorzaakt door hun egoïsme en kortzichtigheid.
Massa-immigratie van onintegreerbare moslims uit Noord-Afrika moest de door instortende vruchtbaarheid scherp slinkende hoeveelheid inheemse goedkope arbeid weer aanvullen en daarmee de leeg rakende schatkist van de staat weer vullen zodat de welvaartsstaat met zijn voor de morele gezondheid funeste principe van inkomensoverdracht van de werkenden naar de niet-werkenden (die laatsten zijn de door de elite 'zielig' verklaarde groepen die voor eeuwig cliënten van de partij-elite werden: het toonbeeld van de verwording en corruptie van het democratisch systeem onder interventionisme) het voortbestaan van de elite als elite ad infinito kon rekken. Behoud van de sociale status quo was het doel, het resultaat is culturele en demografische zelfmoord.
We oogsten nu wat onze socialistische elite de laatste vijftig jaar heeft gezaaid.
Jongeren die iets kunnen, die iets in hun mars hebben, die een bedrijf kunnen opzetten of slim zijn en een goed inkomen kunnen genereren moeten er over gaan nadenken of ze wel hier willen blijven. Europa is een sterfhuis en heeft binnen dertig jaar moslim-meerderheden in de meeste landen. Dan wordt het hier een puinhoop en is hier niets meer voor iemand die intelligent is en iets kan.
donderdag 8 januari 2015
Meningsuiting
Bij de aanslag op Charlie Hebdo werd niet alleen mensenlevens genomen maar werd ook het vrije woord aangevallen, lezen we op verschillende plaatsen.
Zeker, maar het is goed te bedenken dat "het vrije woord" al langer onder druk staat. Dat we niet helemaal vrij zijn om te zeggen of schrijven wat we willen werd al door onze vaderlandse politici gesteld vóór de islamitische dreiging zo acuut werd. Ik zou zelfs willen beweren dat de meeste druk op de vrijheid van meningsuiting niet van islamitische zijde komt maar zoals altijd van politiek links in ons eigen land. Werd niet al ten tijde van de moord op Theo van Gogh geroepen dat hij het ook wel erg bont had gemaakt? Met andere woorden, hij had zich niet zo kritisch over de islam mogen uiten.
Links is de vaste bondgenoot van die kankergezwellen die de kalasjnikovs in hun poten hebben, en een hakbijl.
Ze zullen het wel niet zo bedoeld hebben, maar wat hebben we daaraan. De politiek handelt uitsluitend in het belang van hun gecontinueerde heerschappij over ons makke schapen. En zo doende houden ze ons in bedwang, tot de islam komt. Zodra de moslims in de meerderheid zijn kunnen ze zo de troon overnemen en hoeven niet eerst het systeem te veranderen. Hoogstens zullen ze de pretentie van democratie laten vallen en openlijk de dictatuur die we al zijn uitoefenen.
Zeker, maar het is goed te bedenken dat "het vrije woord" al langer onder druk staat. Dat we niet helemaal vrij zijn om te zeggen of schrijven wat we willen werd al door onze vaderlandse politici gesteld vóór de islamitische dreiging zo acuut werd. Ik zou zelfs willen beweren dat de meeste druk op de vrijheid van meningsuiting niet van islamitische zijde komt maar zoals altijd van politiek links in ons eigen land. Werd niet al ten tijde van de moord op Theo van Gogh geroepen dat hij het ook wel erg bont had gemaakt? Met andere woorden, hij had zich niet zo kritisch over de islam mogen uiten.
Links is de vaste bondgenoot van die kankergezwellen die de kalasjnikovs in hun poten hebben, en een hakbijl.
Ze zullen het wel niet zo bedoeld hebben, maar wat hebben we daaraan. De politiek handelt uitsluitend in het belang van hun gecontinueerde heerschappij over ons makke schapen. En zo doende houden ze ons in bedwang, tot de islam komt. Zodra de moslims in de meerderheid zijn kunnen ze zo de troon overnemen en hoeven niet eerst het systeem te veranderen. Hoogstens zullen ze de pretentie van democratie laten vallen en openlijk de dictatuur die we al zijn uitoefenen.
Abonneren op:
Posts (Atom)