Op mijn werk gebeurt het dat je door de leiding gezegd wordt
dat ze verplicht zijn een extra pauze in te lassen en je dus pas later naar
huis kunt; of dat ze je niet later dan half twaalf ’s avonds mogen laten
werken; of dat je niet langer dan zoveel uur achter een bepaalde machine mag
staan. Deze dingen wordt het bedrijf door een instelling dat “de vakbond” heet
voorgeschreven en het is steeds “an offer you can’t refuse”. De vakbond heeft de macht
een bedrijf bepaalde zaken dwingend voor te schrijven, ook al was je als
werknemer best tevreden met de afspraken rond werktijden zoals je die onderling
was overeengekomen of zoals die over tijd gegroeid waren.
De vakbond is hier natuurlijk bezig de bepalingen van de
Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO) voor die bedrijfstak uit te voeren, dat
wil zeggen, de vakbond werkt hier als een overheidsdienst belast met de
afdwinging van door de overheid verplicht gestelde “regelingen” rond
arbeidsrelaties. Wat hier verwondering wekt is dat die regelingen worden
opgelegd aan burgers die een wederzijds vrijwillige relatie aangegaan waren en
die niet om de interventie van de staat hadden gevraagd. Ze worden ook opgelegd
aan werknemers die niet lid zijn van de vakbond. De CAO is het resultaat van
een onderhandeling op hoog niveau, in de SER onder toezicht van “de Kroon”,
waarvan de uitkomsten vervolgens door de overheid “algemeen bindend” worden
verklaard en aan alle bedrijven in de betreffende branche dwingend worden
voorgeschreven. De vakbond ziet vervolgens toe op de uitvoering ervan. Maar als
iemand een handel drijft en goederen ruilt voor geld of voor een dienst of voor
andere goederen, zouden we het dan accepteren dat de staat eén kant van de
uitwisseling tot slachtoffer en de andere tot uitbuiter bombardeert en in naam
van “sociale rechtvaardigheid” gaat voorschrijven wat er voor welke prijs
geruild mag worden? Een arbeidsrelatie is niet anders dan een ruil: de arbeider
levert een dienst (arbeid) in ruil voor loon. Dat loon is de prijs van de
arbeid. Prijzen zijn het resultaat van vrije
uitwisseling.
Het idee dat de overheid, die normaal geen prijzen
voorschrijft, in het geval dat de wederzijds vrijwillige ruil de levering van
arbeid betreft plotseling gerechtigd is de prijs vast te gaan stellen, komt in
feite uit de koker van het fascisme zoals dat begin twintigste eeuw in
Duitsland, Italië en de VS populair werd. Die fascistische beweging was niet
alleen een beweging die zich op politiek gebied manifesteerde, maar die toch
ook in de economie, speciaal in de arbeidsrelaties wilde ingrijpen, en dan
uitsluitend ten voordele van de arbeiders en tegen de ondernemers. (En vóór degroepen met schulden en tégen de schuldeisers). Het was een bij uitstek
antikapitalistische, anti-individuele-vrijheidbeweging, dus een beweging die zich
richtte tegen de vrije keuze van de burgers, maar wilde dat de staat lonen en
prijzen ging vaststellen. Dit kun je ook socialisme noemen, er is op economisch
gebied geen verschil. Het is belangrijk te begrijpen dat die fascistische
elementen nooit meer verdwenen zijn. In alle westerse landen werden ze
overgenomen door de sociaaldemocraten en later door alle andere partijen, zodat
we nu, ook in Nederland, in feite een fascistisch economisch systeem hebben.
Veel mensen denken dat, als de overheid geen regels stelt
zoals een minimumloon of een verbod op prestatieloon, de arbeiders door hun
werkgevers uitgebuit zullen worden. Ze denken dat de ondernemers, tuk op
winstmaximalisatie, onbeperkt omlaag kunnen gaan met de geboden lonen tot je er
niet meer van leven kunt. Dit is onzin. Werkgevers streven ernaar zo weinig
mogelijk geld kwijt te zijn aan arbeid, maar als ze daarbij een grens
overschrijden merken ze dat ze niet langer de arbeiders krijgen van de
kwaliteit die ze nodig hebben. En trouwens, waarom is het dan wél normaal als
de werknemers zelf ernaar streven zoveel mogelijk te verdienen? Streven ze er
niet ook naar maximale winst uit hun arbeid te halen? De hoogte van het loon,
de prijs van arbeid is het resultaat van dit krachtenspel, van deze permanente
onderhandeling tussen mensen die ieder van hun kant de vrijheid hebben “nee” te
zeggen.
De regels rond loon en arbeid die de overheid stelt en die
de vakbond namens haar afdwingt, zijn niet in het belang van de arbeiders, maar
doen integendeel hun belangen schade. Maar zoals altijd, moet je om dit in te
zien iets verder kijken dan je neus lang is, naar je langetermijnbelang, en
daartoe zijn “de meesten” niet bereid of in staat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten